Wat is belangrijk voor de verzekering?
1. Uw gebouw moet de zonnepanelen kunnen dragen
- Zorg voor een constructieberekening waaruit blijkt dat het gebouw de zonnepaneleninstallatie kan dragen. Belangrijk is dat uit de ‘sterkteberekening’ blijkt dat het gebouw met de zonnepanelen voldoet aan de norm. Dit is de norm die geldig was tijdens de bouw van het gebouw.
- Het systeemgewicht van de zonnepaneleninstallatie is het werkelijke gewicht van de zonnepanelen, de onderconstructie, de bekabeling en de kabelgoot. Is het systeemgewicht minder dan 13 kg/m2? Toon het werkelijke gewicht dan aan met het gewicht van de verschillende onderdelen.
- Bewaar de constructieberekening. Voor uw verzekering is het belangrijk dat u kunt aantonen dat het gebouw sterk genoeg is om de totale last van de zonnepaneleninstallatie te dragen.
2. Uw zonnepaneleninstallatie is aangelegd volgens NEN1010 2015 / NEN-EN-IEC62446
- Beveilig de zonnepaneleninstallatie volgens deze norm met een 300 mA aardlekschakelaar.
- Bij deze norm hoort een opleveringsinspectie. Laat deze uitvoeren en herstel de fouten.
- Bewaar het rapport van de opleveringsinspectie. Zo kunt u bij een bedrijfsbezoek en bij schade laten zien dat uw zonnepaneleninstallatie volgens de norm is aangelegd.
Ook goed voor uw verzekering is de SCIOS Scope 12 inspectie
Laat eventuele gebreken dan wel binnen 3 maanden herstellen. In SCIOS Scope 12 is het toegestaan om – onder voorwaarden – de 300 mA aardlekschaar niet te plaatsen als de voedingskabel is uitgevoerd als een gearmeerde kabel.
SCIOS Scope 12 beoordeelt de complete zonnepaneleninstallatie
Het brengt de elektrische veiligheid en brandveiligheid van uw installatie in kaart. Steeds vaker stellen verzekeraars een SCIOS Scope 12 inspectie verplicht.
3. De omvormers staan in een brandveilige omgeving.
- Plaats de omvormers op een onbrandbare ondergrond. Zorg voor een plek met voldoende ventilatie en afvoer van warmte.
- Plaats de omvormers buiten op minimaal 2,5 meter afstand van ventilatieopeningen en ramen.
- Houd de omvormers 2,5 meter rondom, vrij van brand¬bare zaken.
- Zorg ervoor dat de omvormers aan de buitenkant zijn voorzien van vereffeningsdraden.
4. De zonnepanelen en de bekabeling naar de omvormers zijn geplaatst op een onbrandbare ondergrond
- De minimaal brandklasse van de ondergrond (dakbedekking) is A of B as-placed-on-market.
- De afstand tussen brandwand en zonnepanelen met bekabeling is minimaal 2,5 meter.
- De afstand tussen lichtstraat of lichtkoepels is minimaal 1,5 meter tot aan het zonnepaneel daaronder. De afstand vanaf de overige zijden is minimaal 0,5 meter.